Tommy Wieringa - Dit zijn de namen


De zoektocht naar identiteit en vrijmaking

We vallen met de neus in de boter. Tijdens het schrijven van deze recensie over de roman Dit zijn de namen, van Tommy Wieringa (1967) krijgt de auteur het nieuws dat hij is genomineerd voor de Libris Literatuurprijs 2013. Geen kleine verdienste, wat een negatieve recensie bij voorbaat lijkt uit te sluiten. En zijn nominatie blijkt ook terecht. Dit zijn de namen is een waardige opvolger van vorige bestsellers van Wieringa, zoals Joe Speedboot (2005) en Caesarion (2009).

De rijen van gezaghebbende media sluiten zich ook over dat Dit zijn de namen een bijzonder goed geschreven boek is. Zo vermeldt Le Figaro: ‘De enigen die er de afgelopen jaren in zijn geslaagd de heilige graal van een totale roman te bereiken zijn W.G. Sebald met Austerlitz, J.M. Coetzee met In ongenade en Philip Roth met Alleman. Aan die lijst zouden we de naam Tommy Wieringa kunnen toevoegen.’. Ook de Volkskrant oordeelt positief: ‘Dit zijn de namen behoort tot de beste boeken van dit moment. Een monumentale roman die naast intelligentie, discipline en originaliteit Wieringa’s haast wellustige gedrevenheid toont om te perfectioneren. Nederland is te klein voor Wieringa.’. De beoordelingen zijn duidelijk positief. Maar waar gaat het nieuwste boek van Wieringa nu eigenlijk over?

Wie zijn we en wat maakt ons vrij?
Dit zijn de namen start met twee verhaallijnen, die steeds meer naar elkaar toelopen. De een gaat over het leven van Pontus Beg, commissaris van de politie in een steppegebied (waarschijnlijk Rusland). Een wat somber man waarvan het leven traag voortkabbelt. Zijn enige genotsmomenten lijken de maandelijkse seks met zijn werkster en zijn vier drankjes ’s avonds te zijn. De andere verhaallijn gaat over een groep vluchtelingen die illegaal de grens over zijn gebracht en een barre tocht doormaken; op zoek naar een paradijs. Op een gegeven ogenblik komt Beg voor een misdrijf te staan die hij moet oplossen. Steeds meer blijken beide verhaallijnen verweven te zijn.

Hoewel de gebeurtenissen in het boek op zich intrigerend genoeg zijn, is bij Tommy Wieringa niets wat het in eerste instantie lijkt. De roman bevat meerdere lagen die ons allen aanspreken. Uiteindelijk zou de roman kunnen worden gezien als een zoektocht naar de eigenheid van identiteit, samen met de zoektocht naar wat ons vrijmaakt. Op het punt van identiteit maken we bijvoorbeeld mee dat Beg op zoek gaat naar zijn wortels (om daarvan uit zijn wezen te bepalen) en worden we gedurende het boek steeds voor de vraag gesteld wie de vluchtelingen nu eigenlijk zijn. Op het punt van vrijmaking doorlopen we de worsteling van Beg met zijn commissariaat en de hoop van de vluchtelingen op het beloofde land.

Nominatie voor een nieuw perspectief
Maar waarom is dit nu een boek dat het verdient om genomineerd te worden voor de Libris Literatuurprijs? Dat heeft verschillende oorzaken. Zoals alle goede boeken overstijgt Dit zijn de namen het individu. Het boek spreekt de mensheid aan. Ook heeft Wieringa een uiterst treffende manier van schrijven. De zinnen zijn kort en bondig, hoewel toch ook bijzonder kleurrijk. Dit geeft de lezer de mogelijkheid om het boek in sneltreinvaart uit te lezen, maar ook om gedachten van Wieringa te overdenken. Een ander kenmerk is de wereld waarin de auteur ons onderdompelt. Keer op keer weet hij ons niet alleen te raken, maar ook situaties te bedenken die geheel nieuw voor ons zijn. Hij schept een nieuwe realiteit waardoor we een nieuw perspectief krijgen waarop we onze eigen wereld kunnen waarnemen.

Maar valt er dan niets negatiefs op te merken? Eerlijk gezegd: nee. Dit zijn de namen bevat precies het aantal pagina’s dat nodig is om dit verhaal tot leven te brengen. Ook brengt Wieringa het verhaal gedoseerd. Steeds meer maken we ons de levens van de hoofdpersonen eigen, gaan we ons inleven en wordt naar een climax toegewerkt. Geen vulgaire climax in de zin dat het boek uiteindelijk draait om een enkel zinnetje, maar een climax in ons begrip over het onderwerp dat Wieringa bespreekt. Natuurlijk is de roman wel begrensd. Het blijft een boek in specifieke ‘Wieringa-stijl’. Die toch weer heel anders is dan de bloemrijkheid van Poesjkin, de platheid van Jelinek of de rauwheid van Houellebecq. Maar mijn betoog is niet om voor het leven te kiezen voor een specifieke stijl, maar om deze tezamen te omarmen als mooi uitgewerkte onderdelen van de literatuur. Analoog aan de meerwaarde van Dit zijn de namen: ons een nieuw perspectief te geven op ons eigen leven, wat ons onbetwistbaar rijker maakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten